Instructie voor de leerlingen bij de modules Spelling B8/M8 Vervolg 1 en B8/M8 Vervolg 2
De modules B8/M8 Vervolg 1 en B8/M8 Vervolg 2 bestaan elk uit 30 meerkeuzeopgaven. Deze opgaven staan in de gelijknamige opgavenboekjes. De opdracht aan de leerlingen bij de meerkeuzeopgaven is: In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? In zin A, B, C of D? Afhankelijk van de keuze die u vóór de toetsafname gemaakt heeft, moeten de leerlingen ofwel de juiste letter omcirkelen ofwel de juiste letter noteren. Als uw leerlingen de antwoordbladen B8/M8 Vervolg 1 en B8/M8 Vervolg 2 gebruiken, zetten ze achter elk opgavenummer een cirkeltje om de gekozen letter. Als uw leerlingen daarentegen in het opgavenboekje werken, omcirkelen ze de letter direct voor het gekozen antwoord. En als uw leerlingen op proefwerkpapier werken, schrijven ze telkens zelf het opgavenummer op, gevolgd door de letter van hun keuze.
Als uw leerlingen nog geen of weinig ervaring hebben met de gekozen werkwijze, kunt u die kort introduceren, bijvoorbeeld aan de hand van de onderstaande voorbeeldopgave.
Als u de afname van de vervolgmodules na een pauze plant, heeft u de gelegenheid de volgende vier zinnen op het bord te schrijven:
A Dit hoesdrankje is erg vies. B Ik heb mijn opdracht voor morgen al af. C Mijn opa is nog altijd heel actief. D Wat was jouw lengte bij je geboorte?
Belangrijk: zorg ervoor dat de woorden die in het voorbeeld hierboven dikgedrukt zijn, er ook op het bord 'dikker' uitzien dan de andere woorden.
U deelt de opgavenboekjes (en de bijbehorende antwoordbladen) Spelling B8/M8 Vervolg 1 en B8/M8 Vervolg 2 uit. Let u er daarbij goed op dat elke leerling het juiste boekje (en bijbehorend antwoordblad) krijgt (afhankelijk van de score op module B8/M8 Start). Als de leerlingen in de boekjes gaan werken, laat u ze hun naam en de groepsaanduiding op de kaft schrijven. Als de leerlingen op de antwoordbladen gaan werken of op een eigen proefwerkblad, schrijven ze hun naam en groepsaanduiding op dat blad en niet op het opgavenboekje. Op het proefwerkblad moet ook worden aangegeven of Vervolg 1 of Vervolg 2 wordt gemaakt. Dan vervolgt u met:
Laat de boekjes nog maar even dicht. lk ga eerst uitleggen wat de bedoeling is. Gisteren/eergisteren/vorige week/.. hebben jullie een dictee gemaakt. Nu ga ik niets meer voorlezen. Jullie moeten zelf lezen.